EETPROBLEMEN in de SPORT
Trainingsimpact
Uitgangspunten
We reiken je graag enkele uitgangspunten aan hoe je als coach, trainer, sportbegeleider, ... op een positieve en duurzame manier kan omgaan met het lichaam en de voeding van jouw (top)sporter. Zo kan je de kans op een eetproblematiek bij jouw topsporters verkleinen.
Gezondheid troef: stel verbeteren van gezondheid centraal, niet de weegschaal
Eten als middel: geef groeigerichte voedingsadviezen
Tip: welk rolmodel ben jij voor jouw (top)sporter? Geef zelf het goede voorbeeld!
Gewicht en uiterlijk: leg geen nadruk op figuur en uiterlijk, wel op groei
Welbevinden en zelfvertrouwen: werk positief zelfwaarde versterkend
Voorbeeld: "Je backhand-techniek is veel verbeterd" (procesgericht) vs. "Jij ben een goede tennisser" (persoonsgericht)
Je vermoedt een eetprobleem: verder trainen of niet?
Eerst behandeling!
Het kan op een bepaald punt nodig zijn om een grondige analyse van de gezondheid van jouw (top)sporter te maken alvorens er verdergetraind kan worden. Bij ernstige problemen kan dit punt snel bereikt worden. Hiervoor treed je best in overleg met de andere begeleidende teamleden zoals de sportarts, kinesist, sportpsychoog en/of diëtist. De uiteindelijke beslissing om een sporter te laten verder trainen of opnieuw te laten starten na een behandeling is het resultaat van multidisciplinair overleg.
Het herstel van een eetstoornis is een proces dat tijd nodig heeft. De behandeling ervan is niet eenvoudig en het kan nodig zijn om een hospitalisatie te overwegen. De therapie legt de nadruk op gewichtstoename, de reductie van schadelijk gedrag en het veranderen van de perceptie die de (top)sporter over zichzelf en anderen heeft.
De therapie legt naast het gewicht veel nadruk op het veranderen van negatief, irrationeel denken. Als trainer, coach of sportbegeleider doe je er goed aan om de (top)sporter niet uit het team te zetten. Of om het contact te verbreken. Dit kan als een straf aangevoeld worden door de (top)sporter. Of hij/zij kan zich in de steek gelaten voelen.
Herbeginnen?
Om te beslissen of een (top)sporter met een eetprobleem/eetstoornis na de behandeling al dan niet terug mag starten met trainen, moeten een aantal factoren bekeken worden. In volgorde van belangrijkheid zijn deze:
1. Medische stabiliteit
Een eetstoornis gaat gepaard met heel wat medische complicaties, zoals dehydratatie, verstoorde elektrolytenbalans, hartritmestoornissen, osteoporose, verhoogde kans op blessures en vertraagd herstel na een blessure. De sportarts (en eventueel de fysiotherapeut) moeten dus zeker zijn dat de (top)sporter medisch en fysiek stabiel is. De training mag geen gezondheidsrisico’s met zich meebrengen.
2. Evenwichtig voedingspatroon
De (top)sporter moet in staat zijn een gezond eetpatroon te behouden. Ook moet hij/zij zijn/haar gewicht en voedselinname stabiel kunnen houden. Daarnaast moet hij/zij ook kunnen voldoen aan de specifieke noden van zijn/haar lichaam. Tenslotte moet de (top)sporter kunnen tegemoet komen aan de specifieke voedingsnoden die gepaard gaan met training.
3. Afwezigheid van eetstoornis-symptomen
Ongezonde strategieën om gewicht te verliezen, zoals extreem lijngedrag, braken of laxeermiddelen gebruiken en overmatig trainen (buiten de geplande trainingen) wijzen op een onvoldoende herstel van de eetstoornis.
4. Controleerbaarheid van stressoren
De terugkeer naar de sportwereld mag geen overbodige stress veroorzaken. Als de terugkeer problemen op ander domeinen van het leven van de (top)sporter vergroot, is er ook een sterkere kans op herval. Hierbij kan nagegaan worden wat de (top)sporter nodig heeft om met deze stressoren om te kunnen. Het blijft belangrijk om het effect van het hervatten op het psychisch welzijn van de (top)sporter te monitoren.
Het inschatten van al deze factoren gebeurt in een multidisciplinair team! Dit team bestaat uit een arts, klinisch psycholoog/psychiater, voedingsdeskundige en bewegingsdeskundige of fysiotherapeut. Het multidisciplinair team kan ook in overleg gaan met de teamarts maar mag geen informatie doorgeven zonder de toestemming van de (top)sporter.
Indien de (top)sporter medisch stabiel is en hij/zij reageert goed op de behandeling, zal in de meeste gevallen gewerkt worden aan een geleidelijke terugkeer. Dit zal samengaan met een geleidelijke verbetering (in tegenstelling tot een complete genezing) van de problematiek. Dit houdt ook in dat evaluatie van de toestand van de (top)sporter niet eenmalig zal zijn maar op regelmatige tijdstippen opnieuw plaats zal vinden. Het isbelangrijk dat dit duidelijk gecommuniceerd wordt. Ook moet duidelijk zijn wat van de (top)sporter verwacht wordt, welke regels er zijn en op wie hij/zij beroep kan doen voor ondersteuning.